Een ander woord voor slijmbeursontsteking is bursitis. Het slijmbeurs heet bursa. Een ontsteking duiden we aan met –itis. Slijmbeurs is een soort zachte vloeistof die dient als stootkussen tussen bewegende weefsels, zoals spieren en pezen. Bij een bursitis van de schouder is sprake van een ontsteking in dat stootkussentje. Dit zorgt dat de spieren/pezen niet vrij kunnen bewegen en naast de pijn ook bewegingsbeperking kan ontstaan.
Als je last hebt van een slijmbeursontsteking aan de schouder, merk je dat je schouder warm en gezwollen is. Typische symptomen van een ontsteking. Ook kan de schouder pijn doen als je er op drukt. Bij een bursitis aan de schouder zijn sommige bewegingen erg pijnlijk, zoals bovenhandse bewegingen (iets pakken van een hoog rek, een high five), maar ook het draaien van de arm of het open trekken van een deur kan vervelend zijn.
Een slijmbeursontsteking aan de schouder kan ontstaan na een val, overbelasting (bv. na herhalende bewegingen boven het hoofd, zoals bij schilderwerk), een verkeerde houding, een bacteriële infectie of door een auto-immuunziekte (zoals reuma artritis of psoriasis). Soms is het niet duidelijk waardoor de klachten ontstaat.
Nee, dat hoeft niet. U kunt direct een afspraak maken bij de osteopaat, die lokaal en in het gehele lichaam kijkt waar mogelijk de bron van de klacht vandaan komt. Bij acute en chronische schouderklachten is het altijd nuttig om een osteopaat te bezoeken.
Een bursitis aan de schouder kan enkele weken duren en dan vanzelf over gaan, maar ook chronisch worden en zelfs jaren aanhouden. Bij klachten is het raadzaam om langs de osteopaat te gaan. Die kan ervoor zorgen dat de klachten verminderen en door de behandeling voorkomen dat de klachten terugkeren.
Bij klachten aan de schouder zoals bij een slijmbeursontsteking krijgen patiënten vaak een injectie met een ontstekingsremmend middel. Hierdoor kan de ontsteking afnemen en de pijn minder worden. Dat is natuurlijk erg prettig, maar het neemt de oorzaak van de klacht niet weg. Het risico bestaat dat de patiënt alles weer gaat doen en de klachten na een tijdje in volle hevigheid terugkeren. Bij osteopathie kijken we naar de oorzaak van de klacht en richten we ons op het wegnemen van de blokkades in het lichaam die de klachten veroorzaken.
De behandeling van schouderklachten begint altijd met een intake, waarin de osteopaat vragen stelt over de aard van klachten, de medische voorgeschiedenis van de patiënt, levensstijl, en eerdere behandelingen. Vaak is de patiënt al in behandeling geweest bij huisarts en fysiotherapeut, maar gaan de klachten niet over. De meeste schouderklachten kenmerken zich door moeite met het bewegen van de bovenarm en de schouder. De osteopaat is gespecialiseerd in zoeken naar de oorzaak van de bewegingsbeperking en het laten terugkeren van de soepelheid en beweeglijkheid.
Na de intake zal de osteopaat de schouder, nek en bovenarm onderzoeken, maar ook de rest van het lichaam. Zo wordt duidelijk hoe de beweeglijkheid van spieren, pezen, gewrichten en organen de klachten beïnvloeden. Soms bevindt de oorzaak van de schouderklachten zich niet in de schouder zelf, maar elders in het lichaam. De osteopaat zal zeker aandacht besteden aan de beweeglijkheid van de wervelkolom, de borstkas en de buik om te onderzoeken of de verminderde beweeglijkheid en doorbloeding daar hun oorsprong hebben. Wanneer de osteopaat de oorzaak van de verminderde beweeglijkheid heeft achterhaald, zal de behandeling zich richten op het herstellen van die beweeglijkheid. Het lichaam zal zichzelf dan herstellen en de pijn zal meestal afnemen.
De osteopaat zal je ook adviseren over eventuele aanpassingen in levensstijl, (werk)houding of omgang met spanning.