RSI staat voor Repetitive Strain Injury. Het is een aandoening die optreedt door herhalende, vaak kleine bewegingen, zoals typen of werken met een muis. Door die constante herhalingen, vaak onder hoge druk, ontstaat overbelasting van de zenuwen, pezen, gewrichten en spieren. In de jaren negentig was RSI een bekend fenomeen, vooral onder mensen die veel achter de computer zaten. Door meer aandacht voor goed kantoormeubilair, het belang van een goede zithouding en het nemen van voldoende pauzes, is het aantal patiënten met RSI sindsdien gelukkig afgenomen.
Maar helemaal verdwenen is de aandoening zeker niet. RSI komt veel voor bij beeldschermwerkers, maar ook onder slagers, musici, kassapersoneel en lopendeband-medewerkers. En met de komst van mobiele telefoons en tablets, kennen we nu ook de ‘swipe-vinger’, ‘whatsapp-vinger’, de ‘sms-duim’,‘tablet-schouder’ en de ‘tablet-nek’.
Tegenwoordig spreken we niet meer van RSI, maar van KANS: Klachten gerelateerd aan Armen, Nek en Schouder. De Engelse term zien we ook vaak: CANS: Complaints of Arms, Neck and/or Shoulder. Wij gebruiken hier de termen RSI en KANS.
RSI/KANS kent een sluipend verloop. Het begint meestal met een stijve vinger of een pijnlijke pols. Aanvankelijk verdwijnen die klachten aan het eind van de werkdag. Na verloop van tijd worden de klachten echter erger: de pijn wordt heviger, de stijfheid blijft, de vingers kunnen koud aanvoelen en er kan zelfs krachtsverlies optreden. De klachten blijven ook aanwezig als u bv. niet meer achter de computer zit. In die fase ervaart u ook in het dagelijks leven last van de klachten. Zoiets eenvoudigs als een boterham smeren kan dan al pijnlijk zijn of zelfs niet lukken door het krachtverlies.
In de laatste fase is de pijn continu aanwezig, ook ‘s nachts en kunnen de (pols)gewrichten gaan zwellen en zelfs verkleuren. Hoe eerder u met uw klachten hulp zoekt, hoe groter de kans dat u volledig van uw klachten verlost zult worden.
Niet iedereen krijgt RSI/KANS. Het gaat vaak om een combinatie van factoren die ervoor zorgen dat de een wel ernstige klachten krijgt en de ander niet. Wat zijn risico-factoren voor het ontwikkelen van RSI/KANS?
• Activiteit
Herhaalde beweging en langdurig in één houding werken (= langdurig aanspannen van dezelfde spiergroepen) zijn duidelijke risicofactoren. Denk aan journalisten die onder hoge druk een artikel moeten schrijven voor een deadline. Of een violist die langdurig moet oefenen voor een belangrijk concert. Wanneer de werkdruk hoog is en er te weinig ruimte is voor pauze en het wisselen van houding, kunnen klachten ontstaan. Probeer dus voor zoveel mogelijk afwisseling te zorgen.
• Persoon
Lichamelijke factoren, zoals lengte, gewicht en conditie zijn ook van invloed op de kans om RSI/KANS te krijgen. Een lang person zal extra alert moeten zijn op juiste afstellingen van zijn werkplek en apparatuur. Maar ook karaktereigenschappen als perfectionisme, moeilijk nee durven zeggen, en de wijze waar op iemand met stress omgaat, zijn belangrijk bij het ontwikkelen of juist voorkomen van RSI/KANS. Een perfectionist zal tijdens het werk een hogere spierspanning hebben dan iemand die lagere eisen aan zichzelf stelt of beter zijn of haar grenzen kan bewaken. Continue spierspanning kan uiteindelijk leiden tot overbelasting.
De behandeling van RSI/KANS begint altijd met een intake, waarin de osteopaat vragen stelt over de aard van klachten, de medische voorgeschiedenis van de patiënt, levensstijl, en eerdere behandelingen. Vaak is de patiënt al in behandeling geweest bij huisarts en fysiotherapeut, maar gaan de klachten niet over.
Na de intake zal de osteopaat de pols, arm, nek en schouder onderzoeken, maar ook de rest van het lichaam, om te kijken hoe de beweeglijkheid van spieren, gewrichten en organen de klachten beïnvloeden. Soms bevindt de oorzaak van de RSI/KANS zich niet in de pols, maar elders. De osteopaat zal zeker aandacht besteden aan de beweeglijkheid van de wervelkolom, de borstkas en de buik om te onderzoeken of de verminderde beweeglijkheid en doorbloeding daar hun oorsprong hebben. Wanneer de osteopaat de oorzaak van de verminderde beweeglijkheid heeft achterhaald, zal de behandeling zich richten op het herstellen van die beweeglijkheid. Het lichaam zal zichzelf dan herstellen en de pijn zal meestal afnemen.
De osteopaat zal u ook adviseren over eventuele aanpassingen in levensstijl, (werk)houding of omgang met spanning.