Patella is Latijn voor knieschijf. Femoraal betekent ‘van het bovenbeen’.
De knieschijf ligt op het kniegewricht. Als je je been strekt en buigt, schuift de knieschijf over het kniegewricht heen. Wanneer de knieschijf niet goed in de groeven van het bovenbeen glijdt, ontstaat irritatie tussen de knieschijf en het kniegewricht en dat zorgt voor pijn op, onder of rond de knieschijf. Deze klachten noemen we het patellofemoraal pijnsyndroom. Dit syndroom komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens en dan vooral bij tieners en jongvolwassenen. Hurken, traplopen, fietsen met tegenwind, en knielen kan pijnlijk zijn.
Het patellofemoraal pijnsyndroom is in principe onschuldig. Op scans zullen meestal geen duidelijke orthopedische afwijkingen te zien zijn. De pijn gaat vaak vanzelf over na 1 of 2 maanden, maar kan ook chronisch worden. In dat geval is het raadzaam om naar de osteopaat te gaan. Die kan de oorzaak van de klachten bekijken en behandelen.
– Pijn, stijfheid en een krakend geluid in/rondom de knieschijf.
– Pijn en zwelling rondom de knieschijf. Druk uitoefenen op de knie is pijnlijk.
– Bij het strekken van de benen, worden de pijnklachten vaak minder.
– Instabiliteit. Je kan het gevoel hebben dat de knieschijf zich gaat verplaatsen naar buiten. Soms kan je knie hierdoor zelfs blokkeren.
De oorzaken van PFPS zijn niet helemaal duidelijk. Vaak is er sprake van:
– een afwijkende stand van de voeten of benen (X-benen of O-benen)
– zwakke spieren rondom het kniegewricht
– groeispurt
– verminderde stabiliteit van de heup of enkel
– overbelasting (het syndroom komt bovenmatig voor bij basketballers en hardlopers).
– een eerdere operatie aan de knieschijf
– verkeerd schoeisel
Soms wordt geen oorzaak gevonden.
De standaardbehandeling bij deze vorm van kniepijn is oefentherapie (zoals squatten en lunges). Een goede afwisseling van rust en spierversterkende oefeningen zorgt ervoor dat de klachten vaak al na enkele weken afnemen.
– Wanneer de klachten erger worden na het sporten, is het raadzaam om tijdelijk het sporten te verminderen of minder intensief te trainen.
– Spierversterkende oefeningen, vooral het trainen van quadriceps en heupabductor-spieren kunnen helpen de knie op zijn plek te houden. Deze oefeningen moeten worden afgewisseld met perioden van rust. De oefeningen mogen niet zorgen voor extra pijn.
– Gewicht verliezen wanneer er sprake is van overgewicht. Dat zal de druk op de knieën verminderen.
– Wanneer de pijn hevig is, kan tijdelijk paracetamol worden geslikt.
– Er is geen verband aangetoond tussen PFPS en het ontstaan van artrose in de knie.
Bij sommige mensen worden de klachten helaas chronisch. Soms houden de pijnklachten jaren aan. In dat geval is een bezoek aan de osteopaat zeker aan te raden. Het is niet nodig een verwijsbrief te vragen bij de huisarts.
Een osteopaat kijkt altijd verder dan alleen naar de klacht. Immers, vaak ligt de oorzaak van de klacht elders in het lichaam. Hij zal dan ook altijd het hele lichaam onderzoeken. Daarnaast zal hij je vragen naar je werk, eventuele stressklachten, eetpatroon, andere of eerdere lichamelijke klachten, medicatiegebruik, etc. Op die manier krijgt hij een goed beeld van de mens achter de patiënt.
Bij knieklachten gaat het vaak om bewegingsproblemen of scheefstand in de rug, heup, voet of het bekken. Uiteraard zal de osteopaat ook de knie behandelen, maar de behandeling zal vooral gericht zijn op het opheffen van de bewegingsblokkades die van invloed zijn op de kniepijn. Dat gebeurt met zachte en iets steviger handgrepen. De behandeling kan gevoelig zijn, maar is niet pijnlijk. Een osteopaat doet dus niet (alleen) aan symptoombestrijding, maar zorgt ervoor dat de oorzaak van de klacht wordt aangepakt. Op die manier is de kans het grootst dat de klachten niet meer terugkeren. Ook zal de osteopaat tips meegeven voor spierversterkende oefeningen. Als hij vermoedt dat er meer aan de hand is, zal hij je doorverwijzen naar een specialist (orthopeed) of podoloog (bijvoorbeeld voor het laten maken van inlegzooltjes).
Na de behandeling gaat het lichaam zelf aan de slag met het zelfherstellend vermogen. Het wordt daarom aangeraden de dagen na de behandeling rustig aan te doen